Eenbentmoment in Zweden #Vandra

Eenbentmoment in Zweden

Wekelijks schrijf ik over mijn avontuur in Zweden, mijn tijdelijke woonplaats. Deze week schrijf ik over de bossen die ik meerdere keren bezocht, Stockholm met het thuisfront, huilen bij het kampvuur en ritjes met een brandweerwagen. 

Alweer m’n twaalfde Zweedse blog. Een voornemen voordat ik vertrok naar Zweden was om regelmatig een blog te schrijven over mijn avonturen hier. En, wat ben ik blij dat ik mij hieraan heb gehouden. Zo leuk om terug te lezen wat ik allemaal deed. Kan je nagaan hoe ik dat vind over een jaar of tien. Skiën, ijshockeywedstrijden bezoeken, Lapland, Rendieren gevoerd, het voelt allemaal zo lang geleden! Ook afgelopen weken na Rome zat ik niet stil, had je anders verwacht? Vast niet na elf blogs met verhalen. Aan tripjes geen gebrek, geld inmiddels wel, maar daar staan we nog maar even niet bij stil. We bezochten in plaats van het zuiden van Europa, dit keer het noorden van Zweden. Toch leuk als je een minor in dat land doet. We reden, in drie auto’s, met veertien mensen naar de Höga Kusten, ook wel bekend als een kustgebied in Zweden in Ångermanland. Het schijnt daar prachtig te zijn. Een combinatie van zee, bos, rotsen en strand. Wat wil je nog meer? Op dit moment? Een voetenbad…

Hoewel ik op zich wel een sportief weekend verwachtte, was ik toch niet helemaal scherp met m’n hoofd. In m’n zwarte pantalon begon ik met de hike. Wie trekt er dan ook een ‘nette’ broek aan. Het zat wel comfortabel moet ik mezelf meegeven. Het was ten slotte geen jeans. Wat ik niet wist – en nooit meer zal vergeten na te vragen – was dat de hike ruim twintig kilometer duurde. We spendeerden van half 2 in de middag tot half 10 in de avond in het bos. De banaan en het bruisende citroenwater was écht meer dan welkom aan het einde van de loop. En dan denken dat de avondvierdaagse een uitdaging was. En dat was nog niet alles. De volgende dag hadden we vrolijk weer tien kilometer in de benen. Ik moet je vertellen, het was elke stap waard. Wellicht was een vervoersmiddel wel lekker geweest, maar dan had ik niet zo genoten van de frisse lucht die afkwam van alle groene bomen, de zoemende insecten om mij heen, dit klinkt minder aantrekkelijk dan dat het was, en het gezelschap om met z’n allen door het bos te banjeren, de rotsen op te klauteren en te genieten van het mooie uitzicht. Dus, als je ooit in de buurt bent in het noorden van Sundsvall, rijd dan meteen even door naar de Höga Kusten, het is daar namelijk prachtig.

De blogs die ik schrijf gaan zelden over de reden dat ik eigenlijk in Zweden ben, namelijk school. Ja echt, ik ben niet gestopt, ik studeer ook nog. Althans, ik studeerde nog, ik mag namelijk officieel zeggen dat ik zomervakantie heb. En dat voelt heerlijk. Toch, voelt het anders dan andere jaren. Afgelopen half jaar voelde namelijk al als één grote vakantie. Ik sloot m’n minor Fotografie af met een presentatie, m’n laatste voorstelling van de foto’s die ik schoot en dat in het Engels. Ik durf vol zekerheid te zeggen dat ik dit heb gerockt. Ik wil niet opscheppen maar, – ik doe het toch – m’n docent vond bepaalde foto’s wel heel professioneel ogen. Die stak ik in m’n zak, dat snap je. En straks ook in m’n portfolio. Ik vind het gek om te bedenken dat de reden waarvoor ik naar Sundsvall kwam, nu beëindigd is. Ik kom niet meer in de kantine, waar alle Zweden een buffet van acht euro kunnen permitteren. Ik loop niet meer als student door de gebouwen van Mid Sweden University. Ik hoef geen Engelse presentaties meer te geven over de foto’s die ik schoot. Om het einde van school toch even te vieren, want trots op alles wat we hebben bereikt, aten we in het Italiaanse restaurant Basta. Ongelofelijk mooi restaurant, met ongelofelijk lekker eten.

Klein inkijkje van m'n werk

Vorig weekend had ik weer een goede reden om naar Stockholm te reizen. Vriendinnetje van thuis reisde helemaal naar Zweden – toch wel twee uur vliegen –om elkaar weer eens in de armen te vliegen. Het was een goed weekend voor m’n lachspieren, want dat deden we, keihard gieren. Verder liet ik haar als een echte tourguide de stad zien. ‘Hier woont de Minister-President, hier is een straatje waar je een wens moet doen, oh, en hier staat Greta Thunberg soms doordeweeks.’ Toch, was er nog genoeg wat ik ook moest ontdekken. We liepen souvenirwinkeltjes in en uit. Na drie uur kwam ik erachter dat ze toch echt allemaal hetzelfde verkochten, voor ook een overeenkomstige prijs. We stepten – want dat is wat je ook in Stockholm gedaan moet hebben – door de straten, die overigens nog vrij stijl zijn, lieten onze voetjes even rusten van al die winkeltjes, scoorden een snackje – of drie – bij fastfoodketen Max, zagen het oude deel van Stockholm en we gingen ook uiteten bij een pizzaria. Totaal niet Zweeds, maar oh zo lekker. We proefden verschillende Zweedse ciders van het merk Briska, heerlijk bruisend. Ook bezochten we het eiland Vaxholm. Enig, met talloze kleurrijke huisjes, een schattige haven met een handvol bootjes en de vakantiesfeer die duidelijk in de lucht hangt. Of nouja, vooral de sferen van levensgenieters met pensioen. Daar zit het eiland vol mee. We spraken een man – die heerlijk van zijn oude dag geniet op z’n gloednieuwe, rode Harley-Davidson – die de Nederlandse taal herkende, zelfs een jaar door het land reisde, toen hij nog een jaar of 20 was en hij was zeer te spreken over hoe mooi Nederland is. Toch leuk, even die veer in je – Nederlandse – kont.

Kanelbulle kon niet ontbreken

Vaxholm

De Höga Kusten was niet het enige stukje groen wat ik deze weken waarnam. Dit keer wel een stuk dichterbij, namelijk tien minuutjes lopen van m’n stulpje. Met z’n vijftienen vertrokken we de bossen in. Je kon ons herkennen aan de diverse nationaliteiten, schaterende lachjes, de lekkere beats, een roze step (vraag niet waarom) en een hoop lol. Toch was deze avond niet alleen maar lollig, want dit was het laatste weekend dat we met z’n allen samen zijn. Aangezien we allemaal niet vies zijn van een beetje drama, besloten we met de groep in een kring te staan. Rondom ons zelfgemaakte kampvuur, omringt door de ontelbare dennenbomen, de af en toe fluitende vogeltjes en uitkijkend op een klein meertje. Op volgorde van vertrekdatum hield iedereen een speech. Daar stond je dan, op de picknicktafel – net iets hoger dan de rest – vertellen wat je kwijt wilde aan de groep, hoe je Erasmus beleefde en je ‘best moment in Erasmus’. De lekkere beats van eerder, veranderende in dramatische huilmuziek. Het klinkt wellicht een tikkeltje gezwollen, maar het was eigenlijk heel mooi om te zien hoe iedereen zich openstelde, de geweldige herinneringen met elkaar deelde, we ook vaak hard moesten lachen om alle ‘crazy’ dingen zijn gebeurd. Nu ik dit blog tik, beginnen m’n ogen alweer te prikkelen. Dit was het dan. M’n international family zal nooit meer hetzelfde zijn hier in Sundsvall. Toch praatten we al over een reünie, in Madrid.

Dansen in het bos

Internationale familie

De realisatie kwam hard binnen dit weekend. Het feit dat de eerste mensen al naar het thuisfront vertrekken, maar ook dat mijn vertrek daardoor ook dichterbij komt. Ik ga namelijk over drie weken alweer terug naar Nederland. Ik vind het zo bizar dat mijn avontuur zo snel is gegaan. We halen dan ook alles uit deze laatste weken, om het avontuur nog onvergetelijker te maken dan dat deze al was! Op de bucketlist stond nog een duikje nemen in een Zweeds meer. Hoewel de temperaturen lekker zijn, ik mag niet klagen, is het nou niet bepaald zwemweer. Met ongeveer vijftien graden op de teller, besloten we toch te gaan. Hand in hand renden we van de vlonder en plonsden we met z'n drietjes in het Zweedse meer Sidsjön. Het was zó verfrissend. Toch wel een beetje zonde dat het Zweedse zomerweer zo laat komt in het jaar, anders had ik nog veel meer van dit soort plonsjes willen nemen.

Plons!

Aangezien het nomadenleven mij wel bevalt – want zo voel ik mij inmiddels met het heen en weer reizen van bestemmingen – is de volgende reis alweer gepland. Nee, nog niet Madrid. Dit keer het zuiden van Zweden, Gotenburg, en Kopenhagen. Wat zeiden ze in 2013 ook alweer? You Only Live Once. Of zoals Pinterest met haar wijze spreuken zou zeggen: Enjoy the Ride. Maar eerst is het vandaag - 6 juni - feest in Zweden. Het is namelijk de nationale dag van Zweden. Hoewel Sundsvall geen druk bezette stad is - moet ik je herinneren aan het feit dat m'n vader vroeg waar de winkelstraat was, en we al op de mainstreet waren -  keek ik vandaag mijn ogen uit. Het hele centrum vol met gezinnen, eetkraampjes, optredens, politieke partijen om zichzelf te 'verkopen', Zweedse vlaggetjes en ook een oude brandweerwagen. Voor slechts twee eurootjes mocht je mee een rondje rijden. Dat lieten wij ons natuurlijk geen twee keer zeggen. Met oude helmpjes, waterslangen en het hele idee van de oude brandweerwagen waar vroeger brandweerlieden zaten die het risico namen om vuren in te rennen, waar de meeste mensen wel twee keer nadenken en toch liever het hete fikkie uithollen. Bijzonder.

Nationale dag van Zweden

De oude brandweer

Het Zweedse woord van deze week is iets wat ik twintig kilometer lang – op zoek naar een schouderklopje nu – heb gedaan aan de kust van Zweden. Iets wat je fijn vindt om te doen in het bos… wandelen en dat dan in het Zweeds. Vandra.