Eenbentmoment in Zweden #Lapland
Eenbentmoment in Zweden
Wekelijks – maar houd mij er niet aan vast – schrijf ik over mijn avontuur in Zweden, mijn tijdelijke woonplaats. Deze week heb ik het over Lapland waar ik nieuwe vrienden maakte, neerplofte op een hondenslee en een bezoekje bracht aan het Ice Hotel.
‘Vi närmar oss Kiruna om tio minuter.’ Luid en duidelijk door de speakers van de trein – waar ik al ruim elf uur de wagon van voor en achter heb bekeken – vertelt de conductrice dat we het station Kiruna naderen. Een stad in het Zweedse Lapland. Hoe slaperig ik het ene moment was – want een slapeloze treinrit van 22:45-9:00 – hoe levendig ik daarna was. Geinig hoe dat werkt. Mijn lichaam vulde zich met adrenaline en was helemaal ready om de woestijn van het noorden te aanschouwen. Kilometers door de sneeuw banjeren. Tot mijn verbazing arriveerden we in een stad met vrachtwagens, appartementsgebouwen, bushaltes – ja oké logisch mensen daar moeten ook met het ov, maar ik verwachtte bij Lapland the middle of nowhere, een hutje hier en daar. Ik werd met de neus op de feiten gedrukt. Zij leven daar ook gewoon in 2022, met huizen, winkels en bussen. Hoe moeten ze anders naar de supermarkt. Ja want die hebben ze. Gewoon een Coop. De stad heeft ook ‘gewoon’ een Burger King. Ik kan niet de enige zijn die een fastfoodketen niet verwacht in Lapland. Maar echt. Het was er echt. Of het eten anders smaakt? Ik kon Kiruna natuurlijk niet verlaten en je in spanning laten zonder het antwoord. Maar helaas de frietjes zijn hetzelfde, net zo zout.
In Kiruna
Eenmaal m’n – onrealistische – verwachtingen bijgesteld over het leven daar, keek ik drie volle dagen m’n ogen uit. Eén van de hoogtepunten – niet alleen qua de lage temperatuur – was het beroemde Ice Hotel. Met z’n allen – een elftal aan internationals – bezochten we deze toeristische trekpleister. Sinds 1989 bouwen ze elk jaar het ijshotel. Vrijwillig – én zelfs betalen – slapen mensen een nachtje in de kou. Als je ruzie hebt in het Ice Hotel is er aan afkoelen geen gebrek. Naast bevroren hotelkamers, hebben ze ook tientallen ruimtes met ijssculpturen. Kippen, apen, kroonluchters, 3D-vormen en nog veel meer moois. Kortom, kunst gemaakt van ijs. Ook Nederlanders droegen hun steentje bij en hebben een kamer met ijskunst gemaakt. Als je een betere indruk wilt van het hotel moet je maar even op de website spieken, daar staat een video die deze must seeiets beter promoot.
Op de achtergrond zie je het matrasje liggen
Echt knap!
Binnenkomst in het hotel
Na deze coole – letterlijk – ervaring, liepen we naar het openluchtmuseum ‘Nutti Sámi Siida’. Daar dompelden we ons helemaal onder in de Sámi-cultuur. Onder het genot van een typische Sámi-maaltijd – rendiervlees met ligonsylt – vertelden ze ons verhalen over hun cultuur. Ready for some facts? De Samen hebben een eigen taal, klederdracht en muziek. Pas zestig jaar geleden verhuisde de laatste nomade naar een huis. Zo gek waren mijn verwachtingen van hutjes in Lapland dus niet. Wist je dat het onbeleefd is om aan een rendierherder te vragen hoeveel rendieren hij heeft? Beetje zelfde als vragen naar iemands salaris. Hoewel dat ook steeds normaler wordt. ‘Dus, hoeveel rendieren heb je?’ Die avond hoorden we lang niet alles. De volgende ochtend gingen we terug voor een rondleiding door het museum. Onze tour guide – die overigens half Zweeds en half Nederlands was – vertelde nog meer over de cultuur én liet ons kennismaken met de rendieren. Ik moet toegeven dat ik deze meet and greet dubbel ervaarde. Nog niet eens 24 uur geleden lagen ze – natuurlijk niet zij, maar misschien wel hun ouders – op onze borden… Het is een onderdeel van het onderdompelen in de cultuur, praatte ik mezelf deze maaltijd goed. De Samen legden uit dat ze veel om de dieren geven en dat ze de dieren niet bezitten. Ze zien het eerder als een ‘circle of life’. Zij zorgen voor de rendieren door ze te voorzien van goed eten. Daarna zorgen de rendieren voor de Samen door middel van een stuk vlees. Het was ontzettend bijzonder om deze rendieren te ontmoeten, te voeren en te aaien. Wat een prachtige dieren. Het voelde alsof ik alle rendieren van de kerstman aan het aaien was. Bijna nam ik er eentje mee naar huis. Een soort Prancer deel 3.
Die lipjes, wat schattig
Nu al besties
Kerk van de Samen
Op de muur zie je schilderingen met o.a. klederdracht van de Samen
Als dat nog niet genoeg dierplezier was, werden we op de laatste dag opgehaald voor de dog sleigh. Als je dan toch in Lapland bent kan het neerploffen op een slee niet ontbreken. Met z’n vijfjes namen we plaats op de slee. Giechelend leunden we achterover en lieten we ons verrassen voor wat er komen ging. Op zo’n slee zit je knus achter elkaar. Het voelde even kort alsof we de attracties van de Efteling bezochten. De adrenaline raasde door mijn lijf. Tien huskies namen ons mee door prachtige bossen. De dennenbomen waren bedekt met een laagje sneeuw. Ik keek naar links, en rechts. Mijn ogen vulden zich met wit landschap. De zon scheen licht door de wolken. Ik ademde diep in en uit. Wat een rust. Magisch. En dat is hoe ik Lapland ervaarde. Magisch. Wanneer je iets buiten de stad treedt, worden de verwachtingen waargemaakt. Kilometers sneeuw. Ontelbaar bomen. Weinig huizen en nauwelijks verkeer. Absoluut bijzonder.
Magisch
Heb je m'n vorige blog over het noorderlicht en Stockholm al gelezen?